30 Januari 2015
Het Muziekspoor: een blog over hoe we met de juiste muziek mensen met dementie kunnen bereiken
Het was een verjaardag van een oude man, Meneer van Laveren. Heel kwiek en krachtig nog, en hij hield van “gezellige, Hollandse liedjes” werd mij verteld door de familie. Zij hadden geregeld dat ik ‘s middags plaatjes zou komen draaien voor hem en de rest van de afdeling. Midden in het gangenstelsel van de zorginstelling was een ovale ruimte, als een soort dorpsplein, waar iedereen op me zat te wachten.
Elk liedje kent z’n kwaliteiten in wat het aan emoties communiceert. Met het onverwoestbare “Ach Was Ik Maar (Bij Moeder Thuis Gebleven)” van Johnny Hoes is het altijd prijs. Al vanaf 1961, is het vanaf de eerste maat gezellig en zingt iedereen mee. Van jong tot oud, het is het best bewaarde Nederlandse volkslied uit de zestiger jaren. Van wat oudere datum is “Appeltjes van Oranje”, het optimistische lied waarmee Max van Praag tijdens de wederopbouw iedereen een hart onder de riem wist te steken. “En van je hela hola, houd er de moed maar in”.
En zo heb je al snel een groep ouderen aan het zingen. Met leuke opgewekte liedjes die iedereen kent. The hits so to speak. Maar hoe goed die plaatjes altijd mogen werken, toch blijft er iets knagen: in het publiek zitten ook mensen die dit vroeger een gruwel vonden. En eigenlijk hebben zij ook recht op hun aandeel. Hoe bedien je hen zonder zonder afbreuk te doen aan de opgebouwde sfeer? Dit plaatje doet precies dat: “Can’t Help Falling In Love” van Elvis Presley, uit de film Blue Hawaii (1961).
Alles is heel aangenaam in het liedje – de belletjes, het repeterende piano motief, de fluweelzachte drums en natuurlijk die vertrouwde stem van Elvis. Alles heeft een natuurlijke flow en dat heeft zo z’n effect op een groep mensen. Heel even is er een geweide sfeer van saamhorigheid, iedereen gaat op in de geruststellende beat van het liedje.
Ik had nog nooit eerder het verbindende effect van dat liedje zo duidelijk gevoeld en daarna heb ik het nog een aantal keren ingezet als ‘soothing medicine’.
De melodie van “Can’t Help Falling In Love” is geleend van “Plaisir d’Amour“, een Frans liedje uit het einde van de 18e eeuw, van Jean-Paul-Égide Martini. Het heeft de beroemd geworden versregel:
“Plaisir d’amour ne dure qu’un moment
Chagrin d’amour durent toute la vie”.
Verliefd zijn, is maar voor even
Liefdesverdriet is voor altijd.
Elvis ontdekte “Plaisir d’Amour” toen hij – na z’n wilde rock ‘n roll jaren – in het leger moest. Op 24 Maart 1958 arriveerde hij in het Duitse plaatsje Friedberg waar hij twee jaar zou verblijven. Tijdens zijn diensttijd begon hij interesse te koesteren voor Europese volksliederen – hij hoorde de verlokkelijke Italiaanse melodieën van “O Solo Mio” en “Torna a Surriento”, die hij later – met z’n productieteam – zou omtoveren tot de wereldwijde hits “It’s Now Or Never” en “Surrender”. Ook een lied als “Muss i denn zum Städtele hinaus” – een Duits soldatenlied geschreven door Friedrich Silcher in 1827 – verkreeg de eeuwigheid door Presley’s bewerking naar “Wooden Heart”.
En dankzij Elvis is die verleidelijke en geruststellende melodie bijna twee eeuwen later nog steeds een succes op de verjaardag van Meneer van Laveren.